Aanpassing theorie-examen

Het CBR gaat vanaf 1 november 2019 een aanpassing doorvoeren aan het theorie-examen voor de categorie B. Maar wat verandert er nu echt? En zijn we er met deze wijzigingen of is dit slechts een eerste stap in de richting van een theorie-examen dat optimaal bijdraagt aan de verkeersveiligheid?
Het CBR heeft de indeling van het examen aangepast, waardoor het examen straks niet uit twee maar uit drie onderdelen bestaat. Het onderdeel ‘gevaarherkenning’ blijft gelijk, terwijl het onderdeel ‘verkeersregels en –inzicht’ wordt opgesplitst in twee onderdelen: Kennis en Inzicht. Onder de noemer ‘Kennis’ wordt de kandidaat letterlijk getest op de ‘kennis’ van feitjes. Bijvoorbeeld: “Wat betekent dit verkeersbord?” Bij het onderdeel ‘inzicht’ wordt de kandidaat geacht deze kennis toe te passen. Het CBR spreekt ook wel van ‘kennisplus’. Bijvoorbeeld: “Als je dit verkeersbord ziet, wie heeft er dan voorrang?”

Daarnaast krijgt ieder onderdeel zijn eigen slaagnorm. Bij het onderdeel gevaarherkenning moet de kandidaat er 13 van de 25 goed beantwoorden om te slagen. Bij kennis 10 van de 12 en bij inzicht 25 van de 28.

Het praktijkexamen B gaat per 25 maart 2019 op meerdere punten veranderen.

Zo wordt gebruik van een navigatiesysteem standaard in het praktijkexamen en krijgen de bijzondere verrichtingen een update. Dat heeft het CBR vrijdag aangekondigd.

Sinds september 2011 moet elke examenauto een navigatiesysteem hebben. Het gebruik van dit systeem is voor de examinator nu nog een van de drie mogelijkheden waaruit hij kan kiezen voor het examenonderdeel zelfstandig route rijden. Door van de navigatie een standaard onderdeel te maken, wil het CBR aansluiten op de dagelijkse praktijk waarin de meeste Nederlanders navigatieapparatuur in hun auto hebben.

Van de andere mogelijkheden vervalt het rijden naar een oriëntatiepunt (aangegeven plek). De clusteropdracht (steeds drie tot vijf routeopdrachten achter elkaar) komt alleen bij uitzondering nog aan bod, bijvoorbeeld bij uitval van de navigatie.

Bijzondere verrichtingen

Ook komen er veranderingen bij de bijzondere verrichtingen. De stopopdracht verdwijnt en maakt plaats voor recht achteruit rijden. Daarnaast worden de opdrachten voor de bijzondere verrichtingen preciezer. De examenkandidaat krijgt dan bijvoorbeeld niet meer te horen dat hij moet parkeren, maar dat hij moet fileparkeren of parkeren in een haaks of schuin vak.

Tot de overige bijzondere verrichtingen behoren de bocht achteruit rijden, omkeren door te steken, omkeren door een halve draai en de hellingproef. Van deze verrichtingen moeten er nog steeds twee worden uitgevoerd, waarvoor de kandidaat zélf een plek kiest.

Het recht achteruit rijden en de bocht achteruit wordt vanaf 1 juni getoetst. Het CBR wil de rijscholen hiermee tijd geven om dit goed aan te leren.

Situatiebevraging

Verder wordt de situatiebevraging per 25 maart uit het examen gehaald. Volgens het CBR kunnen de examenkandidaten hierdoor uit hun ritme worden gehaald. De situatiebevraging blijft wél een onderdeel van de tussentijdse toets. Daarmee kan het bijdragen aan gevaarherkenning, vooral als hieraan extra aandacht wordt besteed in de rijopleiding. De situatiebevraging blijft ook gehandhaafd bij T-praktijkexamens.

Nieuws

Theorie-examen in de avonduren vanaf vandaag mogelijk

Vanaf vandaag kunnen leerlingen ook in de avonduren het theorie-examen voor de auto, motor en bromfiets afleggen bij het CBR.

Het gaat om een proef van zes maanden, die start bij de locaties in Amsterdam, Arnhem, Zwolle, Rijswijk en Groningen. Later komen er gedurende de proef nog meer locaties bij.

Toeslag

Kandidaten kunnen op de betreffende locaties ook tussen 16.00 en 21.30 uur het theorie-examen afleggen. Wie dat wil moet dan wel zelf het examen reserveren op Mijn CBR. Voor examens vanaf 18.00 uur betalen zij een toeslag van 4,45 euro.

Proef

Het CBR wil met de proef kijken aan wat voor openingstijden kandidaten behoefte hebben en of ze bereid zijn een toeslag te betalen voor een examen in de avonduren. Daarnaast behoort de proef tot de maatregelen van het CBR om de wachttijden te reduceren.

Speciaal verkeerslicht voor smartphonegebruikers

14-02-2017

Een verkeerslicht speciaal voor appende fietsers en voetgangers is dinsdag onthuld in Bodegraven. Een strip van led-verlichting is in het straatwerk verwerkt en kleurt rood of groen, gelijktijdig met het verkeerslicht voor fietsers en voetgangers. De nieuwe verlichting moet ongevallen voorkomen bij weggebruikers die door het gebruik van een smartphone steeds vaker omlaag kijken.

De strip, genaamd +Lichtlijn, is ontwikkeld door HIG Traffic Systems en is geïnstalleerd op de kruising van de Vrije Nesse met de Goudseweg in Bodegraven. In eerste instantie is het licht aangebracht op het voetpad, maar de bedoeling is dat de groene en rode strepen later ook te zien zijn op het fietspad. Dinsdag is de installatie officieel in gebruik genomen.

Geen aandacht voor verkeer

Wethouder Kees Oskam van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk: “Bij deelname aan het verkeer laten mensen zich steeds vaker afleiden door de smartphone. De aantrekkingskracht van social media, games, WhatsApp en muziek is groot en gaat ten koste van aandacht voor het verkeer. Als overheid kunnen we deze trend waarschijnlijk niet gemakkelijk keren, maar we willen er wel op anticiperen.”

De intentie van HIG is om het product ook aan te bieden aan andere gemeenten in Nederland. Volgens het bedrijf kan de +Lichtlijn worden toegevoegd aan alle verkeersregelinstallaties in Nederland.

Kritiek

Overigens is er ook kritiek op het nieuwe verkeerslicht. José de Jong, woordvoerder van Veilig Verkeer Nederland, zegt tegen het AD dat haar organisatie alles toejuicht wat de verkeersveiligheid ten goede komt. ,,Maar op deze manier beloon je wel de smartphonegebruiker, die ook zelf moet blijven opletten.”

Ook vragen deskundigen zich af wat er gebeurt als niet alle kruispunten in Nederland van deze techniek is voorzien en de verkeersdeelnemer er wel vanuit gaat zo’n lichtstrip tegen te komen. Verder zijn er twijfels over de werking van de +Lichtlijn bij mensen met kleurenblindheid.

Bron: www.verkeerspro.nl/

Verkeerslichten langer op oranje om ongelukken te voorkomen

Verkeerslichten staan tegenwoordig langer op oranje. Dat is slechts een halve seconde tot een seconde, maar daardoor gebeuren er minder ongelukken of bijna ongelukken als gevolg van mensen die door rood rijden. Dat blijkt uit een onderzoek van Goudappel Coffens bij experts en bij de verkeerslichten.

Als basis bekeek het onderzoeksbureau Europese onderzoek naar geeltijden. Daarnaast interviewden ze 15 experts uit verschillende werkvelden en de gedragsspecialisten hielden een gedragsonderzoek met ritten door een testpanel en toetsten de resultaten met camerabeelden. Ook analyseerden ze ‘geelfasegedrag’. De gevonden gedragsaspecten combineerden we met onze berekeningen uit de mechanica en de regeltechniek. Het resultaat is een afgewogen en gefundeerd advies hoe om te gaan met de geeltijd, gedragen door IVER, CVN, Politie en CROW.

Handboek Verkeersreglementen

De aanbevolen geeltijden zijn opgenomen in het handboek Verkeersreglementen. Deze verschillen per weggebruiker, situatie en handeling. Zo staat voor rechtdoor rijdende fietsers het stoplicht 2 seconden op oranje, terwijl gemotoriseerd verkeer en trams op een 80-kilometerweg 5 seconden oranje ziet. Voor afslaan is die periode een stuk korter.

Volgens het onderzoek gaat het verlengen van de geeltijd er voor zorgen dat het aantal roodrijders met 50 procent afneemt. Het gaat dan vooral om mensen die bewust door rood reden wanneer ze ver van tevoren het licht al van groen over zagen springen.

De experts werden geïnterviewd over het gedrag van mensen bij verkeerslichten. Zo blijken weggebruikers moeite te hebben met de lichten wanneer die te kort of te lang op oranje blijven staan. Mensen gaan dan twijfelen en kunnen de verkeerde beslissing maken.

Bron: www.verkeerspro.nl/